Gisteren begroeven we haar buurjongetje. Hij heeft maar zes maanden geleefd. Zijn moeder heeft Down-syndroom en is een jaar of 15. De buurt denkt dat ze werd verkracht. Zijn adoptieouders hebben een groot hart, maar geen geld. Geen gezonde babyvoeding dus voor Manuel. Ook geen medicijnen. Wel een mooi kistje; dat was dankzij alle buren, die hebben geld ingezameld. 

Vanmorgen wilde ik naar de grote markt, maar de jongens daar kennen haar niet. En mij natuurlijk ook niet. Dat ging dus niet. Vorige week heeft ze de jongens in haar wijk verteld dat ik zou langskomen. Gewoon, paar dagen logeren, verder niks. Deze jongens kennen me ook niet, maar het was toch oké. Nu kunnen we samen over straat: naar de kleine markt en kijken bij de wedstrijd. We hebben ook nog zelfgemaakte chocolade verkocht: 12 zakjes en één dollar winst; niet gek voor een paar uurtjes werk vindt ze… 

Vanmiddag bleven we thuis, want er was politie op straat. Ze was bang dat agenten met ons wilden praten. Iemand kan dat zien. En horen. Iemand kan het doorvertellen… Haar oudste broer is trouwens een paar jaar geleden zomaar verdwenen. Niemand zag iets. Niemand hoorde iets. Iedereen zweeg. 

Haar vader is lang geleden opgestapt. De man na hem is ook weer vertrokken. Daarna kwamen de ziekte en de geldproblemen. Ze stopte met school. Veel van haar vriendinnen gaan ook niet meer naar school. De meesten hebben al kinderen. Haar vriendin Inez wilde doorleren. Er is een speciale universiteit voor mensen uit de wijken, dus het had best gekund. Inez’ vader vond het onzin: voor kinderen krijgen en afwassen hoef je niks te leren. Inez werkt nu in een supermarkt. En ook zij helpt natuurlijk haar moeder. 

Er kwam net een buurvrouw langs. Ze huilde. Ze had bij school op haar dochtertje staan wachten. De school was wat vroeger uit vandaag, vanwege de examens. Isabella was er niet meer. ‘Misschien is ze met een andere moeder mee?’ probeerde ik. Maar dat is niet het eerste waar de moeders hier aan denken als hun dochter weg is. Ze denken eerst aan de jongens. En aan de vaders…
Luisa wil mee naar Nederland.
Ik begrijp het wel…