Vanmiddag bleven we binnen, want er was moord en politie op straat.
Ik was bang dat agenten met ons wilden praten.
Iemand kan dat zien. En horen. Iemand kan het doorvertellen…
Mijn oudste broer is een paar jaar geleden zomaar verdwenen.
Niemand zag iets. Niemand hoorde iets. Iedereen zweeg.
Mijn moeder kijkt soms naar zijn foto aan de muur.

Gisteren begroeven we mijn buurjongetje.
Hij heeft maar zes maanden geleefd.
Geen gezonde babyvoeding voor hem. Ook geen medicijnen.
Wel een mooi kistje dankzij alle buren, die geld inzamelden.
Wij hebben nog witte chrysanten gekocht. Die staan nu op zijn grafje.
Soms weet je gewoon niet wat beter is: leven of doodgaan.

Het ziekenhuis, de gevangenis of het kerkhof,
Het zijn de enige opties voor de jongens.
De meesten zijn nog kinderen, maar toch ben ik bang voor ze.
Ze weten wat er gebeurt in hun wijk. Ze weten wie waar woont.
Ze geloven in een vijand en weten wie er met wie heeft gepraat.
Ik doe dus altijd mijn uiterste best om heel stil en onzichtbaar te zijn.